Home Kerkmuziek van nu Indeling kerkmuziek
Indeling kerkmuziek

Om het enorme corpus aan ‘kerkmuziek’ (een term die op verschillende manieren ingevuld kan worden) enigszins in kaart te brengen, maak ik, op basis van een combinatie van functionele, muzikale en spirituele gronden, een indeling in een aantal hoofdsoorten, waartussen de grenzen weliswaar vloeiend zijn. Ook zijn er componisten die kerkmuziek schrijven die in meerdere groepen past.

1. Liturgische muziek

Dit is de grote hoofdstroom van de huidige protestantse, katholieke en oecumenische kerkmuziek, functioneert in gemeente/parochie en klooster, verbonden met liedbundels als Liedboek voor de kerken; Tussentijds; Gezangen voor Liturgie; Zingt Jubilate; Huub Oosterhuis - Verzameld Liedboek (deels), Nieuw Liedboek
a. Recitativische zang (monasteriële zang of koorzang) (Abdijboek)
b. Beurtzangen, liturgische gezangen e.a. vormen van muziek voor voorzang en/of koor en gemeente
c. Strofische liederen (berijmde psalmen; gezangen)
d. Motetten e.a. koorstukken, voorzover deze een duidelijk liturgische functie hebben

2. Muziek van de basisbeweging en studentenekklesia’s

Vaak ook functionerend als ‘liturgische muziek’. Muziek voor koor of koor en gemeente, meestal met pianobegeleiding, vaak van een hogere moeilijkheidsgraad, sterk geïnspireerd door de traditie van de romantische muziek. Teksten hebben vaak een grotere poëticiteit dan het gemiddelde kerklied. De spiritualiteit van deze muziek is minder gericht op de leer van de kerk dan wel op christelijke religiositeit en humaniteit.
a. De moeilijkere muziek uit de ‘Amsterdamse school’ (muziek van Bernard Huijbers, Tom Löwenthal en Antoine Oomen op teksten van Huub Oosterhuis, verzameld in diens Verzameld Liedboek), maar ook muziek die daardoor geïnspireerd is (Wanndes Vanderhoeven, Thom Jansen, Paul Valk, Arjan van Baest)
b. Composities van het Nieuw LiedFonds op teksten van vrouwen (Mariëtte Harinck, Theresa Takken e.a.)

3. Sacrale muziek

a. Kathedrale muziek: muziek op Latijnse teksten (missen etc.); Anglicaanse kerkmuziek
b. Meditatieve muziek: gregoriaans, Taizé-gezangen

4. Geestelijke muziek

Muziek die vooral buiten de liturgie functioneert, op samenzangavonden, concerten en religieuze bijeenkomsten, vooral binnen de protestantse orthodoxie.
a. Laagdrempelige, populistische muziek, zoals in het EO-programma’s ‘Nederland Zingt’ en ‘De muzikale fruitmand’: een mix van ouderwets repertoire aan koormuziek en gezangen, oudere Opwekkingsmuziek (Johannes de Heer) en nieuwere Opwekkingsliederen.
b. Grotere composities in een ouderwets (Arie Loonstra, Jan Bonefaas, Leander van der Steen, Tim van der Weide, Folgert Zwaving, Han Boelee) of populistisch (Johan Bredewout, Marco den Toom, Martin Zonnenberg) idioom, niet zozeer bedoeld voor liturgisch gebruik (maar daarvoor niet altijd ongeschikt): cantates, oratoria etc.

5. Evangelicale kerkmuziek

Muziek die aansluit bij de traditie van de popmuziek, meestal begeleid op piano of door een combo/(praise)band/muziekgroep. Functionerend in samenkomsten binnen evangelische kringen en in toenemende mate ook binnen de kerken. Gospel, Opwekking, praise- en worship-liederen, Psalmen-voor-Nu, Rooms-katholiek jongerenkoorrepertoire (deels)

Niet alleen zijn de meeste grenzen tussen deze soorten kerkmuziek vloeiend, ook zijn er allerlei verschuivingen. De evangelicale kerkmuziek wint terrein in de kerken waar de oecumenische kerkmuziek beoefend wordt; binnen diezelfde kerken slaat sacrale kerkmuziek als die van Taizé vaak aan; ook het liedrepertoire van de basisbeweging en studentenekklesia’s vindt steeds meer zijn weg naar de volle breedte van de kerk, enzovoort.

De nadruk valt binnen deze website op de eerste soort kerkmuziek, die, in al zijn diversiteit, de hoofdstroom vormt van de hedendaagse klassieke kerkmuziek. Daarnaast is er ook aandacht voor de muziek van de basisbeweging en studentengemeente, en incidenteel voor muziek uit de andere categorieën.
    Grotendeels buiten beschouwing blijft op deze website ook het enorme terrein van de orgelmuziek, die weliswaar voor een groot deel bestaat uit muziek-voor-de-eredienst, maar waarvoor eigen websites en organisaties bestaan.

 

“Muziek hoeft trouwens helemaal niet ‘eigentijds populair’ van stijl te zijn om onze tijdgenoten te kunnen raken. Smaken verschillen, dus zijn er verschillende muzikale golflengten waarop een ander iets van Gods aanwezigheid kan proeven. In evangelische kringen kiest men daarom  voor een idioom dat veel lijkt op de popmuziek van nu. Andere gemeenten hebben traditionele kerkmuziek en trekken daarmee ook veel buitenstaanders.”

Evert W. van de Poll, Samen in de naam van Jezus. Over evangelische liturgie en muziek (p. 163)

"De grote waarde van liederen in de liturgie is, dat je meer kunt zingen dan je zeggen kunt. Van groot belang is dat je die hoge, soms grote woorden gezamenlijk zingt. Je hoort jezelf niet terug, maar voelt je als het goed is geborgen bij degenen die met jou en om jou heen meezingen. Dat maakt ook dat liederen zo kunnen raken en ontroeren."

Paul Valk in Eredienstvaardig jrg. 17 nr. 6 (december 2001)

"Wij gaan de liturgie binnen zoals we de kerkruimte binnengaan; we maken haar niet zelf. De tegenwoordigheid van Christus gaat altijd aan onze tegenwoordigheid vooraf."

"De katholieke liturgie is organisch gegroeid onder de generaties gelovigen voor ons. In het vieren van deze traditionele liturgie kunnen de menselijke expressie en creativiteit tot hun recht komen. [...] Door in dit rijke erfgoed te participeren kan de gemeenschap ervaren dat zij deel heeft aan een werkelijkheid die het eigen begrip te boven gaat."

Bernd Wallet in Eredienstvaardig jrg. 17 nr. 3 (juni 2001)

Kinderkoordirigent Catrien Posthumus Meyjes over het zingen met kinderen:

"Het allermooiste is dat je kinderen voor de rest van hun leven iets waardevols meegeeft: plezier in het zingen. Maar zingen is méér: zingen is muzische vorming, is omgaan met mooie en goede teksten die een leven lang meegaan. Zingen is een elementaire uitlaatklep die je altijd bij je hebt. Daarnaast krijgen kinderen in de kerk een basaal gevoel voor rituelen in een liturgische context."

Els Dijkerman, "Begin een kinderkoor. Een interview met twee koordirigenten" in Eredienstvaardig jrg. 24 nr. 4 (september 2008)

"Als het orgelspel te wenschen over laat, dan ook de gemeentezang."

Jan Zwart (1877-1937) in De Amsterdammer van dinsdag 26 september 1933