Home CD's Verschenen in 2013-2016 Kleinst denkbare bron
Kleinst denkbare bron

kleinst denkbare bron lwenthalTom Löwenthal (muziek), Huub Oosterhuis (teksten) - Kleinst denkbare bron

Tom Löwenthal (1954) schreef tientallen liederen en grote werken als ‘Wees hier aanwezig’, ‘Die mij droeg’, de ‘Missa Solemnis’ en ‘Het lied van de aarde’. Dat Löwenthal ook theatermuziek schrijft, is goed te horen aan veel van zijn liturgische composities. Zijn stijl verraadt uiteenlopende invloeden als van het gregoriaans, het Franse chanson, de vooroorlogse Duitse theatermuziek van Kurt Weill en Hanns Eisler, en af en toe een touch of Bach. Dat is allemaal te horen in de negentien nieuwe liederen op deze CD. Van negen daarvan is de tekst genomen uit de vrije Psalmvertaling van Huub Oosterhuis (150 Psalmen vrij, Ten Have, Utrecht 2011), waarvan Antoine Oomen er inmiddels ook al zo’n tachtig heeft getoonzet. Daarnaast is er het ‘Lied van Jesaja’ (9), ‘Moge de architect’ (10), een lied dat teruggaat op de eerste eeuw, een eucharistische acclamatie (11) en een Onze Vader (12).

Uitvoerenden: Koor van Ekklesia Amsterdam o.l.v. Tom Löwenthal, m.m.v. Henri Heuvelmans (piano), Arjan Van Baest (orgel), Ivo Visser (fluit) e.a. instrumentalisten en solisten

Mira 399488, speelduur 60:01, verkrijgbaar via www.nieuweliefdeleerhuis.com

Beluister fragmenten van Onze Vader en Moge mij schoonwassen

 

“Muziek hoeft trouwens helemaal niet ‘eigentijds populair’ van stijl te zijn om onze tijdgenoten te kunnen raken. Smaken verschillen, dus zijn er verschillende muzikale golflengten waarop een ander iets van Gods aanwezigheid kan proeven. In evangelische kringen kiest men daarom  voor een idioom dat veel lijkt op de popmuziek van nu. Andere gemeenten hebben traditionele kerkmuziek en trekken daarmee ook veel buitenstaanders.”

Evert W. van de Poll, Samen in de naam van Jezus. Over evangelische liturgie en muziek (p. 163)

"De grote waarde van liederen in de liturgie is, dat je meer kunt zingen dan je zeggen kunt. Van groot belang is dat je die hoge, soms grote woorden gezamenlijk zingt. Je hoort jezelf niet terug, maar voelt je als het goed is geborgen bij degenen die met jou en om jou heen meezingen. Dat maakt ook dat liederen zo kunnen raken en ontroeren."

Paul Valk in Eredienstvaardig jrg. 17 nr. 6 (december 2001)

"Wij gaan de liturgie binnen zoals we de kerkruimte binnengaan; we maken haar niet zelf. De tegenwoordigheid van Christus gaat altijd aan onze tegenwoordigheid vooraf."

"De katholieke liturgie is organisch gegroeid onder de generaties gelovigen voor ons. In het vieren van deze traditionele liturgie kunnen de menselijke expressie en creativiteit tot hun recht komen. [...] Door in dit rijke erfgoed te participeren kan de gemeenschap ervaren dat zij deel heeft aan een werkelijkheid die het eigen begrip te boven gaat."

Bernd Wallet in Eredienstvaardig jrg. 17 nr. 3 (juni 2001)

Kinderkoordirigent Catrien Posthumus Meyjes over het zingen met kinderen:

"Het allermooiste is dat je kinderen voor de rest van hun leven iets waardevols meegeeft: plezier in het zingen. Maar zingen is méér: zingen is muzische vorming, is omgaan met mooie en goede teksten die een leven lang meegaan. Zingen is een elementaire uitlaatklep die je altijd bij je hebt. Daarnaast krijgen kinderen in de kerk een basaal gevoel voor rituelen in een liturgische context."

Els Dijkerman, "Begin een kinderkoor. Een interview met twee koordirigenten" in Eredienstvaardig jrg. 24 nr. 4 (september 2008)

"Als het orgelspel te wenschen over laat, dan ook de gemeentezang."

Jan Zwart (1877-1937) in De Amsterdammer van dinsdag 26 september 1933